16 maart 2023

“Wees niet bang om je mening te geven, dat helpt jezelf en de jeugdhulp verder”

Trias Jeugdhulp ziet ervaringskennis als belangrijke vorm van kennis. Samen met jongeren, (pleeg)ouders en hulpverleners wordt eraan gewerkt om ervaringsdeskundigheid een plek te geven binnen de organisatie. Een van de betrokkenen is Jacob. Hij is vader van een zoon die bij Trias Jeugdhulp verblijft op een woongroep. “De jeugdhulpverlening heeft ervaringsdeskundigen keihard nodig.”

Wanneer Trias Jeugdhulp in 2020 besluit om ervaringsdeskundigheid als belangrijke bron van kennis in te zetten, twijfelt Jacob geen moment. Vanaf dag één is hij dan ook betrokken bij het ontwikkelen van een visie en actieplan. “Ervaringsdeskundigen inzetten is zó belangrijk.”

De inzet van ervaringsdeskundigheid in de jeugdhulp vind jij belangrijk, omdat …

Jacob: “… het een enorme meerwaarde heeft op de hulp die wordt verleend. Zelf ben ik ervaringsdeskundige als ouder van een kind dat in de jeugdhulp zit. Door mij bijvoorbeeld in te zetten, kunnen ouders die in een vergelijkbare situatie zitten, zich eerder begrepen en gehoord voelen. Heb je in eenzelfde situatie gezeten, dan ben ik ervan overtuigd dat je meer empathie hebt voor de ouder en het kind en dat je hen ook beter begrijpt.”

Waar hoop jij dat de inzet van ervaringsdeskundigheid toe leidt?

“Als ervaringsdeskundige hoop ik bij te dragen aan betere hulpverlening, aan een gezonder ‘systeem’. Ik heb twee hoofddoelen: enerzijds de informatie beter laten aansluiten op de behoeften van ouders. Anderzijds het inlevingsvermogen van ‘het systeem’ vergroten.”

Dat kan beter?

“Absoluut. Ik ben al twaalf jaar lang in aanraking met jeugdzorg en in die jaren heb ik veel meegemaakt en gezien. Ik ken goede hulpverleners, minder goede hulpverleners. Ik ken fijne informatie en minder fijne informatie. Ik ken goede richtlijnen en slechte richtlijnen.”

Met als gevolg …

“Je moet beseffen: als ouder geef je de regie deels uit handen. Je kind verblijft ergens anders, in een andere cultuur, met andere mensen. En jij bent daar niet. Slechte ervaringen zitten de samenwerking in de weg. Je zet in het vervolg sneller je hakken in het zand en krijgt een wantrouwende houding. Op die manier kom je niet verder. De kloof tussen het systeem en degene die zorg nodig heeft, wordt groter. En zo wordt de drempel om hulp te vragen of iets te bespreken hoger.”

Kan ervaringsdeskundigheid die drempel verlagen? Of zelfs voorkomen?

“Dat kan zeker. Door ervaringsdeskundigen mee te laten denken over bijvoorbeeld beleid of werkwijzes, kun je de zorg verbeteren voor kind en ouder. Ervaringsdeskundigen begrijpen het kind of de ouder beter. Een voorwaarde is dan wel dat je je ook veilig moet voelen om dingen te kunnen zeggen en delen. Bij Trias Jeugdhulp hebben we nu een visie op ervaringsdeskundigheid die heel mooi is en kansen biedt. Tegelijkertijd wordt het succes volgens mij bepaald door hoe je het inzet.”

Wat vind je mooi aan de visie van Trias Jeugdhulp?

“Ik vind het heel sterk dat de termen ‘wederkerigheid’ en ‘gelijkwaardigheid’ zijn opgenomen in de visie. Hulpverlenen is namelijk ook een kwestie van geven en nemen en de ander niet zien als meerdere of mindere. Dat geldt andersom ook voor ouders. Als die twee waarden goed worden uitgevoerd, hoop ik dat ouders en kinderen ook ontvankelijk zijn voor de hulp die ze krijgen. En van een hulpverlener vraagt het soms ook om los te laten. Om een ervaringsdeskundige de ruimte te geven en zelf een stapje opzij te doen, zonder dat je het gevoel hebt dat je de regie kwijt bent.”

Als ervaringsdeskundige ben je ook kwetsbaar. Hoe zie jij dit?​

“Dat is zeker waar. Veel ouders – maar ook hulpverleners – zijn bang om dingen op tafel te gooien. Ze vinden het veiliger om op verjaardagen lekker te mopperen over de jeugdzorg, maar verder onder het maaiveld te blijven. En vooral niet het daar op tafel te gooien waar het hoort.”

Waarom zou je het wél op tafel gooien waar het hoort?

“Je komt anders niet verder. En uiteindelijk is dat wat we allemaal wél willen – hulpverleners, ouders, beleidsmakers: samen verder komen. De jeugdhulpverlening verbeteren. Ik ben ervan overtuigd dat het gesprek verder gaat helpen. En dat betekent vaak eerst dat er enorm veel troep op tafel komt. Dat is ingewikkeld, dat is niet leuk. Maar het is wel nodig om verder te komen en verandering te krijgen. We hebben het niet over wat we op ons brood doen of naar welk land we op vakantie gaan. We hebben het over jeugdhulp. Over kinderen en hun ouders. Over mensen van vlees en bloed, die allemaal goede, veilige hulp verdienen. Dan is de inzet van ervaringsdeskundigheid onmisbaar.”