23 september 2021

In aanloop naar Prinsjesdag publiceerde Follow the Money (FTM) op 18 september een groot onderzoek naar de jaarrekeningen van jeugdzorgaanbieders over de jaren 2015 tot en met 2019. In dit onderzoeksartikel zijn de cijfers van meest winstgevende en meest verliesgevende jeugdzorginstellingen gepubliceerd om te verklaren waar alle ‘miljarden van de jeugdzorg’ zijn gebleven. Ook Trias Jeugdhulp staat vermeld als een van de 18 verlieslijdende jeugdzorginstellingen. 

Trias Jeugdhulp is opgenomen in de top 10 van ‘structureel verliesgevende stichtingen’ in 2015-2019 met een verlies van -3.3 miljoen. Bij gebrek aan medewerking door gemeenten hebben de redacteuren van het artikel hun conclusies met name gebaseerd op de jaarrekeningen die alle instellingen moeten indienen bij aan het ministerie van VWS. Deze jaarrekeningen verschillen echter vaak in opbouw, zoals geschetst in dit Trouw-artikel. De komende periode volgen er meer artikelen van FTM waarvoor verschillende organisaties zijn geïnterviewd. Trias Jeugdhulp is vooralsnog niet gevraagd om een reactie op dit artikel.

Zwaar weer

Het is geen geheim dat door de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015, Trias Jeugdhulp vrij snel in zwaar weer verkeerde. Ondanks alle inspanningen en investeringen om transitieproof te worden, zorgde een opeenstapeling van verschillende factoren ervoor dat het voor onze organisatie lastig werd het hoofd boven water te houden. Zoals een fikse korting op de tarieven, een flinke toename van het aantal contractpartners, een gebrek aan standaardisatie, hapering van (elektronische) uitwisseling van gegevens, de verschillende verantwoordingseisen van alle financiers (met bijbehorende administratie) en de uitvoering van het woonplaatsbeginsel. Ook waren er in 2015 opstartproblemen bij de gemeenten, waardoor de toegang tot onze zorg in de eerste helft van 2015 stagneerde.

Reorganisatie

In 2015 kwamen we voor een eerste reorganisatie te staan. In 2018 veranderde de financieringsvorm van bevoorschotting vanuit de provincie naar het ‘factureren van uren’ aan gemeenten. Dit betekent dat onze zorg achteraf betaald werd en de organisatie vanaf dat moment de kosten zelf moest voorfinancieren. Omdat we onvoldoende weerstandsvermogen hadden opgebouwd, was hierdoor wederom een reorganisatie onafwendbaar. 

Niet ten koste van de zorg

Ondanks alle veranderingen wilden wij als organisatie garant blijven staan voor het bieden van kwalitatieve hulp aan cliënten die al bij ons in zorg waren (continuïteit van zorg) en toegankelijk blijven voor cliënten die vanaf 2015 een beroep op onze pleeggezinnen en professionals zouden gaan doen (toegankelijkheid van de zorg). Sterker nog: op verzoek van stichting Nidos hebben wij vastgoed en hulpverleners beschikbaar gesteld voor het opvangen van minderjarige vluchtelingjongeren in de regio Ijsselland. Echter bleek de instroom veel lager dan geïndiceerd, waardoor ook deze kosten vele malen hoger uitvielen dan begroot.

Langdurige en zware zorg

Zoals in het maatschappelijk jaarverslag van 2016 is terug te lezen, werd Trias Jeugdhulp in  toenemende mate vooral ingeschakeld voor langdurige en relatief zware zorg (boven onze capaciteit) en de uitstroom van deze cliënten stagneerde. Als gevolg hiervan moest extra residentiële capaciteit (bedden) worden gerealiseerd op o.a. onze behandelgroepen. Het gemiddelde tarief was echter gebaseerd op een evenwichtige mix van lichte en zware zorg. Een uitbreiding van de residentiële zorg had in financiële zin nadelige consequenties voor onze balansrekening.

Werken naar positief resultaat

Om een buffer op te kunnen bouwen, is besloten om in 2019 meerdere panden te verkopen. Tegelijkertijd hebben we geïnvesteerd in een meer flexibele en efficiëntere werkorganisatie en in vernieuwingen (zoals blended hulpverlening). Door deze activiteiten boeken we gelukkig vanaf 2019 weer positieve resultaten. 

Prinsjesdag

Op Prinsjesdag, 21 september, komt het demissionaire kabinet nog niet met een antwoord om de problemen in de jeugdzorg op te lossen. Een eerste aanzet is gedaan, door gemeenten voor 2022 extra geld voor de jeugdzorg toe te zeggen: 1,3 miljard euro. Hoe gemeenten dit geld gaan besteden is nog onduidelijk. Een nieuw kabinet zal snel met hervormingsmaatregelen moeten komen, zo stelt Jeugdzorg Nederland. We hopen dan ook dat de gereserveerde 1,3 miljard voor de jeugdzorg in 2022 goed terecht komt en dat er snel een nieuw kabinet komt dat hiermee voortvarend aan de slag kan.

We blijven investeren in zorg op maat

Trias Jeugdhulp vindt het belangrijk om cliënten de beste behandeling te bieden voor zolang het nodig is. Dit doen wij op maat en zoveel mogelijk thuis in het eigen netwerk. Wanneer dit niet lukt, bieden wij onze cliënten (tijdelijk) een veilige plek binnen een (netwerk)pleeggezin, gezinshuis of een kleinschalige woongroep. Ons streven is in gesprek te blijven met gemeenten, met als doel het waarborgen van de langdurige investering in de zorg die zo hard nodig is. Daarnaast zoeken wij veelvuldig de samenwerking op met collega-zorgaanbieders. Alleen op die manier kunnen wij kwalitatieve zorg blijven bieden aan de meest kwetsbare jeugdigen. Jeugdhulp op maat, daar moeten we in blijven investeren!