
Gewoon kind zijn
Jennifer herinnert de eerste stappen die ze zette, de onzekere fietstochtjes waarbij een van hen altijd een hand op haar rug hield. “Tonny leerde me de praktische dingen, zoals klussen, waardoor ik me steeds zelfstandiger voelde. Het waren simpele dingen, maar ze vulden de leegte die soms in een kinderhart kan wonen. In die momenten vergat ik even de onzekerheden van mijn jonge leven en kon ik gewoon kind zijn.”
Ze vulden elkaar aan in hun zorg. Tonny was degene die Jennifer meenam op de trekker, en de boerderij liet zien. Heleen was de persoon met wie ze aan de keukentafel zat, thee dronk en praatte over wat haar bezighield. Ze moedigde Jennifer aan in haar talenten, bracht haar naar muziekles, en was er altijd met een luisterend oor als Jennifer met iets zat.