24 september 2025

We zijn eigenlijk maar voorbijgangers

Gezinshuisouders Joke en Pieter: “De echte prestatie leveren de kinderen zelf”

Na 15 jaar nemen Joke en Pieter afscheid als gezinshuisouders. Gedreven door een groot hart én een flinke dosis realisme, hebben zij een warme en veilige plek geboden aan zo’n veertig kwetsbare kinderen en jongeren. Dit is hun warme, nuchtere verhaal. 

Joke wist van jongs af aan dat ze iets wilde betekenen voor kinderen in kwetsbare situaties. Samen met haar man Pieter, met wie ze bij de politie werkte, besloot ze met pleegzorg te beginnen. “We hadden zelf drie kinderen,” vertelt Pieter. “We dachten: dat gaat goed, dan zetten we er gewoon één bij.  Die geven we hetzelfde, en dan gebeurt er ook hetzelfde. Dat was behoorlijk naïef.” 

Een belangrijk besluit was om het gezinshuis los te koppelen van het gezinsleven

Het eerste pleegkind, een jongetje van anderhalf, had ernstige hechtingsproblematiek. De dynamiek in het gezin veranderde volledig. “Het ging ten koste van het welzijn van onze eigen kinderen,” aldus Joke. Ze kwamen tot de conclusie dat de onvoorwaardelijke verbinding die je als pleegouder aangaat, niet altijd de beste oplossing is voor het kind. De ervaring met een gezinshuis, waar hun pleegkind later naartoe verhuisde en waar meer afstand mogelijk was, opende hun ogen voor een andere aanpak. 

Het creëren van een eigen plek 

Na een pauze van enkele jaren kriebelde het bij Joke opnieuw. Ze ontdekten de mogelijkheid om een eigen gezinshuis te starten. Dit gaf hen de autonomie die ze zochten. Een belangrijk besluit was om het gezinshuis los te koppelen van hun gezinsleven. Ze verbouwden hun huis, waarbij ze een aparte woonkamer creëerden die uitsluitend voor het gezinshuis bestemd was. 

Kinderen willen niet de hele dag begeleid worden. Er zijn voor ze is voldoende

Pieter noemt dit ‘de infrastructuur’. “Als ik van mijn werk kwam en er liepen zes of zeven kinderen rond,” zegt hij, “dan dacht ik ook wel eens ‘nu even niet’.” Deze tweede woonkamer maakte het mogelijk om zowel hun eigen gezin als het gezinshuis de ruimte te geven om te ademen. Het was een cruciale stap in het professionaliseren van hun zorg.

Lessen in liefde en professionaliteit 

In hun jaren als gezinshuisouders leerden Joke en Pieter veel. “Alleen met een groot hart kom je er niet,” vertelt Pieter meerdere keren. “Je moet ook professioneel en rationeel kunnen denken.” De balans vinden tussen liefde en afstand was een van de grootste uitdagingen. “We beseften dat de ouders heel belangrijk zijn voor het kind. “Ongeacht de situatie, willen ze eigenlijk alleen maar bij hun ouders zijn,” legt Joke uit. “Ik ben niet hun moeder, Pieter is niet hun vader. Wij zijn er om te verzorgen, en we moeten daarin altijd een stapje opzij doen.” Die ouder-kindrelatie hebben Pieter en Joke altijd heel belangrijk gevonden. 

Je denkt al snel dat je een diepgaande verbinding met ze aangaat, maar dat is aan hen. Sommige kinderen kwamen voor bed, bad en brood.

Vaak draaide het in de kern overigens niet om het aanbieden van een uitgebreid programma, maar simpelweg om aanwezig zijn. “Een stagiair zei eens: het voelt alsof ik niets doe,” lacht Pieter. “Maar dat is eigenlijk het belangrijkste. Kinderen willen niet de hele dag begeleid worden. Er zijn voor ze is voldoende.” 

De kern van het gezinshuis was zo veel mogelijk een normaal gezin te zijn, waarin kinderen zich veilig en op hun gemak voelen. Joke: “Hoe dat eruitziet, verschilt per kind. Je denkt al snel dat kinderen in een gezinshuis komen wonen en dat je dan een diepgaande verbinding met ze aangaat, maar dat is aan hen. Sommige kinderen kwamen echt voor bed, bad en brood. Dat was in het begin confronterend, want je gunt ze heel veel, maar soms was ‘een plek om te zijn’ wat diegene op dat moment nodig had.”

Leren door te doen

Een ander essentieel inzicht was het belang van matching: het vinden van de juiste mix van kinderen. Een keer kwam er een kind bij dat een “giftige cocktail” creëerde met de andere kinderen. “Binnen een maand waren er vier totaal ontspoord,” herinnert Pieter zich. Deze ervaring leerde hen om kritisch te zijn en niet enkel vanuit een ‘gunfactor’ te handelen.

Ze leerden ook dat de praktijk de beste leermeester is. “Ik weet nog dat we op vakantie gingen en we ze op de eerste dag twintig euro zakgeld gaven. Dat was na dag één op.” Joke en Pieter moeten er allebei om lachen als ze eraan terugdenken. “Het werkte beter om verspreid over de vakantie vier keer vijf euro te geven.” Of die keer dat ze één van de kinderen op een ander tijdstip lieten douchen dan volgens de planning die op de koelkast hing. “Binnen twee dagen liep iedereen uit de pas.” En hoeveel zakgeld kregen de kinderen eigenlijk? Daar hadden ze nog helemaal niet over nagedacht, totdat de vraag hen direct door één van de kinderen werd gesteld. “Je leert door te doen.”

Voorbijgangers

Als gezinshuis hebben Joke en Pieter meer dan veertig kinderen opgevangen. De mooiste herinneringen zijn de kleine, maar betekenisvolle momenten. Zoals het meisje van 7 dat voor de zesde keer verplaatst werd,  niet wéér ergens anders naartoe wilde, en na enkele maanden “huppelend de oprit op kwam lopen.” De ogen van Joke gaan glinsteren als ze erover vertelt. Of de vakanties waarbij de kinderen voor het eerst bergen zagen. 

Ik heb echt bewondering voor die kinderen

Na 15 jaar sluiten Joke en Pieter dit hoofdstuk af. “We vinden het nu tijd voor onszelf, en merkten dat het leeftijdsverschil tussen ons en de kinderen er ook voor gaat zorgen dat je niet meer helemaal aansluit. Het is goed geweest.” Over hun eigen bijdrage zijn ze nuchter. “We zijn eigenlijk maar voorbijgangers,” concludeert Joke. “We lopen een stukje mee en proberen dat zo goed mogelijk te doen. Je biedt een plek, bescherming en verzorging. Maar je wilt dat ze uiteindelijk met hun eigen netwerk verder kunnen.” 

De échte prestatie, die leveren de kinderen zelf, vinden Joke en Pieter. Joke:  “Ik heb echt bewondering voor die kinderen,” zegt Joke. “Je zal hier maar geplaatst worden. Je kent niemand, het ruikt anders, de gewoontes zijn onbekend. Ik vind het zo knap dat ze zich dan toch een klein beetje openen of een eigen plek, netwerk en toekomst voor elkaar weten te boksen.”

Trias Jeugdhulp
Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.